CorporatieGids Magazine
SEPTEMBER 2023 I 65 64 I CORPORATIEGIDS MAGAZINE De aanleiding van het onderzoek komt voort uit de dagelijkse praktijk, begint Ard het gesprek: “We komen vanuit ons advies- en interimwerk dagelijks over de vloer bij corporaties en hebben vanuit deze rol intensief contact met ketenpartners. Zowel ketenpartners als corporaties willen de ketensamen- werking verder optimaliseren maar de vraag is: waar beginnen we en hoe sturen we? Om hier een objectief antwoord op te kunnen geven, zijn we gestart met dit onderzoek.” Interne- én externe focus Ketensamenwerking wordt volgens Marcel gedefinieerd als ‘het systematisch, strategisch coördineren van traditionele bedrijfsfuncties binnen bedrijven én tussen bedrijven binnen de keten, met als doel om de lange termijn prestatie van zowel individuele organisaties alsook de keten als geheel langdurig te verbeteren’. “Ketensamenwerking kent dus een in- en externe focus. Intern gaat het over het verbeteren van de samenwerking tussen afdelingen en werkmaatschappijen. Extern gaat het over het verbeteren van de samenwerking met externe partners, zoals opdrachtgevers, bouwers en installateurs. In het onderzoek hebben we gekeken naar wat het volwassenheidsniveau is bij corporaties die aan externe ketensamenwerking zeggen te doen. Met andere woorden: wat gaat goed bij de samenwerking met anderen partners in de keten en wat kan beter.” Ketensamenwerkingsindex Om te kijken in welke mate corporaties vanuit de optiek van haar ketenpartners invulling geven aan de principes van ketensamenwerking, maakt het onderzoek gebruik van de Ketensamenwerkingsindex. Jos: “Dit is een methodiek om de ‘ketenrijpheid’ van de samenwerking tussen organisaties te kunnen meten. Hiermee kan worden vastgesteld of organisaties die claimen aan ketensamenwerking te doen bij de uitvoering van projecten, daadwerkelijk invulling geven aan de onderliggende principes van externe ketensamenwerking. Hierbij wordt de samenwerking beoordeeld vanuit zes invalshoeken: lange termijn samenwerking, vroege betrokken- heid van ketenpartners, delen van informatie, gezamenlijk monitoren van prestaties, continu verbeteren en gezamenlijk incentive systeem. In ons onderzoek hebben we met name gekeken naar de volwassenheid van de samenwerking tussen opdrachtgevers en -nemers, en waar zich in die samenwerking de grootste uitdagingen bevinden.” Pioniersfase Aan het onderzoek hebben vijftien ketenpartners meegedaan. Ard: “Per pijler wordt het volwassenheidsniveau van de ketensamenwerking berekend, verdeeld onder de categorieën pionier, redelijk ervaren, ervaren, zeer ervaren en excellent. De gemiddelde score die de ketenpartijen aan de samenwerking geven is met 50,8 procent gelijk aan de pioniersfase. En dat is opvallend, omdat alle partners die hebben gereflecteerd op de performance van hun opdrachtgevende corporatie, allemaal in ketensamenwerking met hen samenwerken. Om van ketensamenwerking te kunnen spreken moet ruim boven de 60 procent gemiddeld – en liefst in iedere categorie – worden gescoord. De score van een iets meer dan 50 procent geeft aan dat de samenwerking weliswaar wordt bestempeld als ketensamenwerking, maar vaak nog op een traditionele wijze wordt ingevuld.” “Wanneer de zes pijlers worden gesplitst, zie je wel dat bepaalde dingen beter gaan dan anderen. Wil men echter maximaal waarde uit ketensamenwerking halen, dan is het aan te bevelen om stevig richting de 70 à 80 procent te gaan groeien, in balans over alle pijlers heen.” Lange termijn samenwerking Het onderwerp lange termijn samenwerking is hetgeen waar de sector gemiddeld het hoogst op scoort, aldus de keten- partners: 66,9 procent. Jos: “Op het gebied van lange termijn zijn er echter nog wel verschillende corporaties die geen gezamenlijke doelstellingen hebben gedefinieerd, op basis van tijd, geld, kwaliteit, duurzaamheid of circulariteit. Daar zou de volgende stap kunnen worden gezet om dit onderwerp verder te professionaliseren.” Delen van informatie Iets wat minder goed gaat volgens de ketenpartners, is het over en weer delen van informatie. De score op dit onderdeel is 48,8 procent. Informatiedeling wordt vaak nog niet door de inzet van moderne ICT-oplossingen ondersteund. Informatie is daardoor niet tijdig beschikbaar, betrouwbaar of stelt partners of corporatie in staat om het proces te kunnen volgen. Maar ook binnen de corporatie is volgens de resultaten nog genoeg winst te boeken. Bijvoorbeeld omtrent het hebben van data op orde of het verder automatiseren van de uitwisseling. Vroegtijdig betrekken van ketenpartners Het vroeg betrekken van ketenpartners zit met een score van 58,9 procent net onder het ‘ervaren-niveau’. Marcel: “Je ziet dat ketenpartners door corporaties op een gelijkwaardige manier in de gelegenheid worden gesteld om met innovaties te komen en dat ketenpartners gezamenlijk de verbeter- mogelijkheden beoordelen, om daarbij in overleg met de opdrachtgever tot keuzes te komen. Waar corporaties meer moeite mee hebben is ketenpartners zo vroeg mogelijk – dus vanaf het initiatief of ontwerpfase – te betrekken bij de optimalisatie van de bouwopgave. Dit komt omdat plannen al vaak te ver zijn uitgewerkt. Zelfs aan de begroting- of budgetkant kunnen ketenpartners eerder meedenken. Nu gebeurt het echter pas in een te laat stadium, waardoor naderhand nog aanpassingen nodig zijn.” Ketenpartners over de samenwerking met de corporaties: Van pionieren naar volwassenheid Woningcorporaties werken al jaren in de keten. Maar hoe goed gaat die samenwerking eigenlijk? Weten corporaties en ketenpartners elkaar te vinden, informatie efficiënt te delen, continu te verbeteren en gestelde doelen te realiseren? AVW2 interviewde als onderdeel van een drieluik vijftien vastgoedbedrijven naar wat er goed gaat in de sector op het gebied van ketensamenwerking én wat de barrières zijn ter verbetering. CorporatieGids Magazine sprak over de resultaten met Jos Vervoort, Marcel Noordhuis en Ard Hengeveld van AVW2.
RkJQdWJsaXNoZXIy Mzg5Mzg=