Stadlander: “Facilitator, richtingwijzer én sparringpartner”

Geplaatst door CorporatieMedia op
 

Stadlander, gevestigd in Bergen op Zoom, is één van de grotere organisaties in de klantenkring van NEH. De corporatie steunt graag op NEH voor de continuïteit van de ICT en voor ondersteuning van nieuwe ontwikkelingen in de informatievoorziening. Een interessante les uit de praktijk van Stadlander, verwoord door Henk Stoutjesdijk: “Je kunt met digitalisering van dienstverlening ook te hard gaan. Wij hebben gas teruggenomen.”

Stadlander is een grote fusie-corporatie in West-Brabant, met 15.000 woningen en 160 medewerkers (135 FTE). Zelfs bij deze omvang bleek beheer in eigen huis op den duur geen reële optie meer. “Nadat we enige tijd een ASP-in-huis oplossing hadden, legden wij in 2015 de verantwoordelijkheid voor de ICT-infrastructuur en voor kantoorautomatisering volledig bij NEH neer”, legt Henk Stoutjesdijk, manager ICT en facilitaire dienstverlening bij Stadlander, uit.

Stadlander heeft de schaalgrootte om stevig door te pakken bij het streven om effectief en efficiënt te werken. Het toverwoord was dan ook ‘kanaalsturing’, licht Peter Verheijen, directeur bedrijfsdiensten, toe. “We sloten rigoureus de balies van vijf vestigingen en gingen over op communicatie via de andere kanalen. Maar eerlijk gezegd zijn we iets doorgeschoten. Veel huurders waren er nog niet klaar voor.” Stoutjesdijk wijst op de kernwaarden van Stadlander, dat op kantoor bij Stadlander op banners wordt uitgedragen: ‘Huurder centraal, Verankering en Duurzaam’. “Alles wat wij doen moeten we kunnen herleiden tot deze waarden; dat betekent dus ook dat we aanspreekbaar moeten zijn voor de huurder, op de wijze die passend is. We hebben daarom onze klantbalie in ons hoofdkantoor opnieuw in gebruik genomen. Tijdelijk, zo lang het nodig is.”

Luisteren naar huurders 
Deze kwestie heeft Stadlander aan het denken gezet. Stoutjesdijk: “Om huurders te helpen met de digitalisering, hebben we in de regio digipunten opgezet, waar medewerkers periodiek voorlichting geven aan gebruikers, bijvoorbeeld over het gebruik van het portaal.” Verheijen: “We hebben geleerd dat we goed moeten luisteren naar onze huurders. Daarom hebben we ook onze telefonische bereikbaarheid verbeterd.”

De digitaliseringsslag gaat door, maar in een ander tempo. De rol van NEH in dit alles is vooral die van facilitator en richtingwijzer, legt Stoutjesdijk uit. “Dat de ICT en de kantoorautomatisering naar behoren draait, moet een vanzelfsprekendheid zijn. Dat is geen eenvoudige zaak, maar we vertrouwen dat helemaal aan NEH toe. De ontwikkeling van de digitalisering en van de primaire applicaties is grotendeels een zaak van andere aanbieders, maar we hebben NEH wel nodig. NEH is de bindende partij, de constante factor die de ontwikkeling op de voet volgt, die waarschuwt voor risico’s en technische issues én die de plooien gladtrekt als dat nodig is. In die zin moet NEH ook richtingwijzer en sparringpartner zijn, die kritisch meedenkt over onze ideeën en plannen voor de informatievoorziening.”

De meerwaarde 
Wat is in dit alles de meerwaarde van NEH? “Dat NEH meer is dan de gemiddelde dienstverlener. Meer dan gemiddeld alert is op ontzorgen. Meer dan gemiddeld weet van onze branche en onze behoeften. Dat ze snappen waar wij mee bezig zijn, waar we naar toe willen. Maar ook dat NEH na een onverhoopte storing (zoals begin juni 2017) scherp is op oorzaken en op de vraag hoe dit soort storingen voorkomen kunnen worden. Dat doen ze goed.”

Die rol is ook van belang bij de nieuwste ontwikkeling, waarbij Tobias AX van Aareon vanuit een shared platform binnen de NEH Cloud aan vier corporaties in Zeeland wordt aangeboden. Stoutjesdijk: “Onder de noemer ZuidwestSamen bekijken wij de mogelijkheden om schaalvoordelen bij ICT-beheer te benutten en zo efficiënter en effectiever – maar ook goedkoper – te werken.” Verheijen: “Een volgens ons logische en lonende stap. Mooi dat de visie van NEH voor een landelijk ICT-platform voor woningcorporaties en onze visie voor deze regionale samenwerking realiteit lijken te gaan worden. Een interessante ontwikkeling!”

Bron: NEH | Foto: Stadlander